Religieuze verdraagzaamheid
Verdraagzaamheid is iets heel anders dan onverschilligheid. Onverschilligheid is iets ‘buiten de kring van onze interesse schuiven’ zoals Annemarieke van der Woude dat zo goed verwoordt in haar essay Verdraagzaamheid doet zeer. Maar wat betekent verdraagzaamheid dan wel? Voor remonstranten staat het begrip verdraagzaamheid in verband met het begrip vrijheid. Remonstranten willen God eren en dienen volgens hun ‘beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid’ zoals de Beginselverklaring van de Remonstrantse Broederschap dat formuleert.
Het gedachtengoed van de zeventiende-eeuwse filosoof Pierre Bayle speelt een grote rol in de remonstrantse opvattingen over verdraagzaamheid. Daarin geldt: als je zelf vrij bent, dan gun je dat ook een ander. Pierre Bayle was een groot voorstander van religieuze tolerantie. Zijn opvatting was dat je over geloofszaken niets met zekerheid kan zeggen, omdat geloof niet gebaseerd is op rede. Waarheid kan alleen op rede gebaseerd zijn en dus kun je simpelweg geen uitspraken doen over het waarheidsgehalte in geloofskwesties. Daarbij is het volgens Bayle verrijkend om je te verplaatsen in andere en onbekende denkbeelden en overtuigingen. Dat is iets dat elk mens zou moeten doen volgens Bayle, want dat dwingt je jezelf door andermans ogen te bekijken.
Verdraagzaamheid in het theologische discours
Oervader van de remonstranten, Arminius, was groot voorstander van verdraagzaamheid in het theologische discours. Arminius stelde eenheid in liefde boven eenheid van geloof. Ook zijn leerling en remonstrantse voorman Episcopius bepleitte het brengen van offers aan de christelijke eendracht, waarbij zachtmoedigheid en liefde leidend zijn. Verdraagzaam zijn is dulden en dragen, betekent debat en tolerantie, en is niet de makkelijkste weg. Veelzeggend is de bekende remonstrantse zinspreuk: ‘Eenheid in het nodige, vrijheid in het onzekere, in alles de liefde.’ Dat heeft niet in het minst betrekking op de historische diversiteit binnen eigen gelederen: binnen de broederschap is er altijd een meer theologische richting en een meer humanistische richting geweest. In het dispuut bij hun ontstaan werden de remonstranten de ‘rekkelijken’ genoemd; de protestanten/gereformeerden vormden de ‘preciezen’.
Basiswaarden van het geloof
Omdat ze met hun tijd willen meegaan, bezinnen remonstranten zich van tijd tot tijd op een herformulering van hun basiswaarden. En op de vraag of er überhaupt zoiets vast te leggen is als basiswaarden of eenheidsbeginselen van het geloof dat remonstranten delen. In de 400 jaar dat de remonstranten bestaan zijn die ‘basiswaarden’ steeds weer anders geformuleerd en op hun tijd afgestemd. De remonstranten hebben zich in hun geschiedenis altijd heen en weer bewogen tussen protestantse religie en humanisme.
Dat heeft een bepaalde waarde: er zit rek in het spanningsveld tussen mens en God, geloof en wereld, individu en gemeenschap. Met dat in het achterhoofd is de verdraagzaamheid naar (andere) mensen en denkbeelden groot. Veelzeggend is dat de nieuwe remonstrantse geloofsbelijdenis (2006) begint bij de mens (in de volgorde mens, Jezus, geest en God). Een interessante ontwikkeling is dat deze belijdenis vaker wordt gebruikt in andere geloofsgemeenschappen, zoals de PKN. Remonstranten schrijven in principe hun eigen geloofsbelijdenis in hun eigen woorden.
Verdraagzaamheid naar anderen
Verdraagzaamheid naar andersdenkende (mede)christenen is nog best goed op te brengen. Maar hoe zit het met onze verdraagzaamheid naar andere – niet-christelijke – religies als bijvoorbeeld de islam? Hoe staan remonstranten daar eigenlijk in? Wat de remonstranten betreft geldt zoveel mogelijk vrijheid-blijheid in veel opzichten, ook wanneer die tolerantie (een ander) geloof aangaat. Remonstranten stellen hun eigen – in het christendom geënte – geloof niet boven andere geloven en religies. Basaal respect voor elke geloofsovertuiging is een remonstrants goed en geeft ruimt voor verdraagzaamheid ten opzichte van andere religies. Weliswaar tot het punt dat een religie radicaliseert en de vrijheid van andere mensen en religies gaat inperken. Want daar ligt de grens van verdraagzaamheid.
Respect voor elke geloofsovertuiging
Het respect voor elke geloofsovertuiging en de weigering geloof ‘in beton te gieten’ komt tot uiting in het gegeven dat je bij de remonstranten geen geloofsbelijdenis hoeft te doen. Je onderschrijft een beginselverklaring als je remonstrant wilt worden. De remonstranten hebben naast leden ook Vrienden: als je je verbonden voelt met het remonstrantse gedachtengoed, maar geen lid wil worden van de broederschap. En heb je al een ander geloof? Prima! Dan kun je toch gewoon vriend worden van de remonstranten. Ook aan het avondmaal is iedereen welkom. Het is een actief streven onder remonstranten om de interne diversiteit te bevorderen. Zo tref je onder de remonstranten ook unitariërs aan: een vrijzinnige christelijke beweging die het (binnen het christendom algemeen aangehangen) idee van de goddelijke drie-eenheid verwerpt.
Zelfs het verschil tussen geloven en niet-geloven ligt niet zo zwart-wit bij de remonstranten. Die open geloofsbeleving is het logische gevolg van een soort ‘ingebakken’ aanpassingsbereidheid. Voor wie zich de commotie rond de Nashville-verklaring herinnert, het is typerend dat de remonstranten zich daar als een van de eersten druk over maakten. Zij waren immers de eerste kerk die LBHT relaties inzegende. Verdraagzaamheid wordt uiteindelijk gedragen door vrijheid en algemene redelijkheid.