23 januari 2017

Woede en (geen) haat

Geschreven door gastauteur

‘Er is een tijd om te haten.’(Prediker 3:8) Dat schrijft Prediker in zijn poëtische beschouwing over de tijd die begint met de woorden: ‘Er is voor alles in het leven een geschikte tijd.’ Kennelijk vindt hij dat er ook een geschikte tijd is om te haten. Christenen zal dit over het algemeen verbazen. Leert Jezus niet in zijn meest bekende rede (Bergrede, Mattheüs 5) dat je de naaste, ja zelfs de vijand moet liefhebben? En dat we degene die ons op de linkerwang slaat ook de rechterwang moeten toekeren? Mogen christenen haten?

‘Mijn haat krijgen jullie niet’ schreef Antoine Leiris kort na de terroristische aanslagen in Parijs op zijn Facebookpagina. Hij verloor zijn vrouw Hélène bij de aanslag op de Parijse concertzaal Bataclan.

‘Vrijdagavond hebben jullie het leven van een buitengewoon wezen gestolen, de liefde van mijn leven, de moeder van mijn zoon, maar mijn haat krijgen jullie niet. (…) Ik zal jullie niet het plezier doen jullie te haten. Al waren jullie daar wel op uit, maar door haat te beantwoorden met woede zou ik zwichten voor dezelfde onwetendheid die jullie heeft gemaakt tot wie jullie zijn.’

Haat en woede. Of beter gezegd geen haat en woede. Ik weet niet of ik het hem na zou kunnen doen. Haat is (meestal) destructief, maar woede kan mijns inziens ook zinvol zijn.

De Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum kwam in december haar nieuwste boek Woede en vergeving in Nederland promoten. Iedereen is waarschijnlijk wel eens boos. Ouders kunnen boos worden als kinderen niet luisteren en/of iets verkeerd hebben gedaan. Woede is anders. Woede kan een signaal zijn dat er iets heel erg mis is. Ook Jezus werd af en toe boos. Er wordt ook over hem verteld dat hij woedend kon zijn; bijvoorbeeld bij de reiniging van de tempel (Johannes 2). Ongekend woedend jaagt Jezus met een zweep de handelaren uit het ‘huis van zijn Vader’.

Soms is woede nodig om verandering tot stand te brengen. Mogen we woedend zijn over sociale onrechtvaardigheid, over geloofs- en rassendiscriminatie en over uitbuiting? Transitie-woede heet dat in Nussbaums terminologie. Je zou het ook functionele woede kunnen noemen. Martha Nussbaum voert in haar boek voorbeelden op van mensen die hun woede hebben ingezet om in onze ogen positieve veranderingen te bereiken: van Seneca tot Gandhi, van M.L. King tot Mandela. Woede kan dus een functie hebben maar vervolgens moeten we niet in de woede blijven hangen.

ds. Reinhold Philipp

Gerelateerd