7 december 2016

Van het tellen en dat wat echt telt

Geschreven door gastauteur

“In die tijd werd er een bevel van keizer Augustus bekendgemaakt. Hij wilde alle inwoners van het Romeinse rijk laten tellen. (…) Iedereen moest geteld worden in de plaats waar zijn familie vandaan kwam.” (Bijbel in gewone taal) Met deze volkstelling begint bij de evangelist Lukas het verhaal van de geboorte van Jezus, de vertelling over dat wat volgens hem echt telt.

Het kerstverhaal is een verhaal van hoop. De belangrijkste persoon is niet de keizer, maar een pasgeboren dakloze. Het vertellen begint met tellen. De godkeizer Augustus heeft alle inwoners van zijn rijk bevolen om zich te laten registreren in hun geboorteplaatsen. Geen kerstromantiek, maar zakelijke nuchterheid. In het oude Egypte werden regelmatig volkstellingen gehouden om de oorlogssterkte van het land te bepalen. Quirinius had als militair bevelhebber van ‘Syrië’ ook gezag over het toenmalige Palestina. De overheid, vooral de belastingdienst en het ministerie van defensie willen weten hoeveel inwoners het land telt. De mens wordt bij de volkstelling een nummer. Hoeveel meer aan belastinginkomsten deze volkstelling heeft opgeleverd weten we niet, omdat de evangelist Lucas deze vertelling over de volkstelling afbreekt en met een tegenverhaal begint: een verhaal over kleine, onbeduidende mensen, Maria en Jozef, een kind in de kribbe en herders. Het is een vertelling over mensen die geteld worden, maar eigenlijk niet meetellen.

Ons leven speelt zich af in de maalstroom van vergelijkbare keizerlijke bevelen. Het bureau, de instanties, de economie, enzovoorts lijken alles te bepalen. We worden geleefd door de bureaucratische machinerie. De keizers heten in onze tijd anders, b.v. de markt, efficiëntie, winst of veiligheid. De gegevens zullen met zorgvuldigheid worden behandeld, is de belofte. Feit is: big brother is watching you. Namens hen wordt zo veel geteld en geregistreerd als nooit tevoren: wat mensen kopen, wanneer en waar. Onze voorkeuren voor een bepaalde stijl qua boeken of muziek wordt toegepast in een persoonlijk profiel om beter en efficiënter reclame te kunnen maken. We worden door computerprogramma’s geselecteerd voor het beoordelen van onze financiële draagkracht en kredietwaardigheid. Onze online aankopen worden zorgvuldig en nauwkeuriger dan ooit tevoren geregistreerd en toekomstige aankoopwensen worden door een computerprogramma voorspeld.

Steeds meer mensen gooien online hun privéleven ten grabbel. Zo langzamerhand tel je gewoon niet meer mee zonder internetprofiel. Openlijk privé-berichtjes uitwisselen, bladeren door een database, het is een alledaagse bezigheid geworden. Politie en inlichtingendiensten maken hier dankbaar gebruik van. Maar ook bedrijven zien brood in de (consumenten-) gegevens die daardoor op straat liggen. Onze privacy is voor velen te koop. De ene keer voor korting op boodschappen (AH bonuskaart), de andere keer voor gemak (NS-chip) en amusement. De meest persoonlijke data worden nauwkeurig geregistreerd. Door de overheid in het belang van de veiligheid en door de markt in het belang van service en efficiëntie. Zij worden gerangschikt, geëvalueerd en geanalyseerd. Wie niet in het systeem staat, telt niet mee en heeft nergens recht op. Jezus wordt precies na de volkstelling geboren. Hij staat dus nog niet in het systeem.

Het leven wordt met cijfers weergegeven, maar eigenlijk wordt het beschreven door een verhaal. Een levensverhaal is niet het optellen en aftrekken van cijfers, data en gegevens, maar het vertellen van dat wat niet berekend kan worden. Om een verhaal goed te kunnen vertellen, heb je iemand nodig die aandachtig naar het verhaal wil luisteren en die bereid is de tijd te nemen die hiervoor nodig is. Door het vertellen van het verhaal begint een tegenbeweging tegen de moderne, gehaaste, door de klok gedomineerde wereld. Het vertellen beschermt tegen het gevoel van zinloosheid. Vertellen kan helen. Goed luisteren ook. Het neemt de ander waar, als mens, niet als getal, als nummer.

Een boodschap ‘uit de hemel’ vervangt het bevel van de keizer, de hoogste menselijke autoriteit die regeert met getallen. De chronologie van Lukas klopt niet met de historische gang van zaken. Misschien heeft deze volkstelling op die manier helemaal niet plaatsgevonden. Maar eigenlijk is dat niet zo belangrijk. Door Lukas is het verhaal over de kleine mensen het grote verhaal geworden. Het is het verhaal van de grote ommekeer.

In de hemel en op aarde telt uiteindelijk slechts één munteenheid: niet de Romeinse sesterts, de euro of de dollar, maar alleen de liefde. Wie het kerstverhaal begrijpt, ziet in de naaste de medemens, de persoon achter het nummer. Dat is liefde. Dat is de boodschap van Kerst.

ds. Reinhold Philipp

Gerelateerd