28 juni 2017

Wie zit achter de façade? Een mens als jijzelf.

Geschreven door gastauteur
Actueel Ruud van Empel, Generation #3, 2011, cibachrome, 124x330cm. Collectie Joods Historisch Museum Wie zit achter de façade? Een mens als jijzelf.

‘Parten, Meden, Elamieten, bewoners van Mesopotamië, Judea, Cappadocië, Pontus, Asia, Frygië, Pamfylië, Egypte en de streken van Libië bij Cyrene, en Romeinen, Kretenzers en Arabieren.’ Deze opsomming hoor je vaak in de Pinksterdienst. Het is de schriftlezing uit Handelingen 2. Een makkelijke samenvatting zou zijn: mensen uit alle windstreken luisteren na de uitstorting van de Geest naar leerlingen van Jezus. In het Jeruzalem van toen kwamen kennelijk mensen overal vandaan bij elkaar.

Ook in onze tijd komen we in onze steden ook in aanraking met mensen, talen, culturen, eten en drinken van dichtbij en van ver weg. Sommigen zien dit als verrijking. Anderen zijn bang voor een multiculturele samenleving. Door de actualiteit, de sociale media en in gesprekken krijgen we dagelijks te maken met (voor)oordelen. Er heerst angst voor vluchtelingen en er zijn discussies of de politie iemand staande mag houden op basis van zijn huidskleur of etnische achtergrond. Waar letten we op, als we iemand anders ziet? Hoe vormen we ons oordeel? Zijn we bereid over die oordelen na te denken?

Aan de hand van teksten, foto’s, tekeningen, documenten en films toonde de tentoonstelling Face It – Oog in oog met (voor)oordelen op een lichtvoetige manier de mechanismes achter het ontstaan van beeldvorming, uitgaand van vijf uiterlijke kenmerken: de baard, de stem, de neus, de ogen en de hoofdversiering. Bezoekers van deze tentoonstelling zagen hoe stereotypen in het verleden met de paplepel werden ingegoten, in de vorm van kinderliedjes, kinderboeken en volksvertellingen.

Bij het onderdeel hoofdbedekking was een foto te zien van een groep vrouwen met hoofddoeken. Een groep moslima’s? Neen, de Waterloopleinmarkt in de jaren vijftig. Vrouwen met hoofddoek waren in de jaren vijftig en zestig gewoon het straatbeeld. Nu wordt er gezegd dat een hoofddoek niet Westers is. Een ander voorbeeld: moslims met een baard roepen bij sommigen negatieve connotaties op, terwijl bij Westerse jongeren de baard juist als positief, jong en hip wordt gezien. Wat gebeurt er als je die twee van kleren laat wisselen? Zie je dan nog wie wie is?

De bezoekers van de tentoonstelling in het Joods Historisch Museum werden uitgenodigd zo onbevangen mogelijk te ontdekken hoe zij hij over anderen denken, maar ook hoe anderen over hen denken. Soms vraag je je verrast af of nu je moet lachen of huilen over je eigen (voor)oordelen. Jezus laat volgens mij in zijn woorden en daden steeds weer zien dat we bereid moeten zijn om de mens achter de (kleding)façade te zien.

Ds Reinhold Philipp

Gerelateerd