4 mei 2020

Geschreven door Reinhold Philipp

 

Gij geeft ons kracht tot stilte en strijd.

Velen malen werd dit gebed (Tot, U, Heer, is ons hart gericht …) tijdens de oorlog en in de jaren na de bevrijding in remonstrantse kerken gezongen en hebben deze woorden veel mensen in moeilijke tijden bemoedigd en getroost. Tot op de dag van vandaag. Kracht tot stilte. Kracht tot strijd. Vandaag zullen we in stilte de slachtoffers van oorlog gedenken en op 5 mei vieren we 75 jaar bevrijding. Beide dagen zullen voor velen van ons anders zijn dan in voorgaande jaren. Op 4 mei staat er op de Dam geen grote groep mensen bij de kranslegging en de twee minuten stilte en is er geen publiek aanwezig als op de Waalsdorpervlakte de klok luidt. We gedenken nog meer dan anders ieder voor zich en toch zijn we in die stilte met elkaar verbonden. Dit jaar zullen geen grote bevrijdingsfestivals plaatsvinden, terwijl 75 jaar bevrijding extra feestelijk zou worden gevierd. We vieren bevrijding van onderdrukking, van de vijand. Sommige regeringsleiders zeiden weken geleden in hun toespraak aan het volk: we zijn in oorlog, niet met een land, niet met een menselijke vijand, maar met een virus dat óns land en de hele wereld in zijn greep houdt. Graag willen we de strijd tegen deze vijand aangaan. Maar soms is het beste wat we kunnen doen: niets doen. Vaak worden we door teksten uit de Bijbel opgeroepen om te strijden b.v. tegen armoede, onrecht en onderdrukking, maar soms worden we ook opgeroepen tot afwachten, tot stilte.

Schriftlezing uit Bijbel in gewone taal: Mattheüs 13:24-30

Jezus gaf nog een voorbeeld aan de mensen. Hij zei: ‘Gods nieuwe wereld lijkt op een boer die goed zaad strooit op zijn land. ’s Nachts, als iedereen slaapt, komt de vijand van de boer. De vijand zaait onkruid tussen het koren en gaat dan weer weg. Het koren komt op en groeit. Maar tegelijk komt ook het onkruid op. De knechten van de boer gaan naar hem toe. Ze zeggen: ‘U hebt toch goed zaad op het land gestrooid? Waar komt al dat onkruid dan vandaan?’ De boer zegt: ‘Dat heeft een vijand gedaan.’ De knechten vragen: ‘Wilt u dat we het onkruid weghalen?’ Maar de boer zegt: ‘Nee, want als je het onkruid weghaalt, dan trek je ook het koren uit de grond. Laat het koren en het onkruid maar allebei groeien tot de tijd van de oogst. Dan laat ik mijn mannen eerst het onkruid van het land halen. Dat moeten ze bij elkaar binden en in brand steken. Daarna kunnen ze het koren naar mijn schuur brengen.’’

De knechten van de boer in de gelijkenis van Jezus willen het onkruid zo vlug mogelijk verwijderen. Klinkt dat herkenbaar? We zijn het gewend om een probleem onmiddellijk op te lossen. We willen zo snel mogelijk oogsten, resultaat zien van onze inspanningen. Zijn we niet vaak te ongeduldig? De toekomst is altijd ongewis.  Eigenlijk wisten we nooit of de plannen die we hadden doorgang zouden kunnen vinden. We worden onverwacht geconfronteerd met onkruid, met ziekte, afscheid, conflict, ontslag. Maar we zouden gek worden als we continue bang zouden zijn. Het onverwachte vereist geduld.

Velen dachten weken geleden, aan het begin van de crisis, dat we met een beetje geduld snel weer terug zouden keren naar het normale leven, het leven zoals we het gewend waren. Dat zal niet gebeuren, weten we nu. Het oude normaal is vervangen door ‘het nieuwe normaal’, de anderhalvemetersamenleving. Het nieuwe normaal van premier Rutte heeft nieuwe regels waar we ons aan moeten houden: Blijf thuis! Was je handen! Houd afstand!

Jezus sprak in zijn tijd ook over een nieuwe wereld. Het nieuwe normaal van Jezus, Gods nieuwe wereld wordt gekenmerkt door de oproep tot liefde: Heb lief God, jezelf en de naaste! Als we dat doen, God liefhebben en de naaste als onszelf, komen we vanzelf uit bij het nieuwe normaal van God.

‘Als je het onkruid weghaalt, dan trek je ook koren uit de grond.’ De knechten van de boer denken te weten wat van het opkomende groen op het veld graan en wat onkruid is. Ik herinner me nog heel goed dat ik als kleine jongen een keer met mijn vader, akkerbouwer van beroep, langs een korenveld liep. Ik vond de blauwe bloemen die tussen het koren bloeiden heel mooi. ‘Kijk, mooie bloemen!’, riep ik enthousiast.  ‘Dat is onkruid.’, zei mijn vader, en ik begreep het niet. Er bestaat het gevaar, zegt Jezus, dat jullie ook veel goede planten uitrukken. Kan een mooie bloem onkruid, iets slechts zijn? In de beeldspraak van Jezus zijn de mensen het zaad. Maar wie zal koren en onkruid kunnen onderscheiden als het om mensen gaat? We zijn vaak gauw geneigd om andere mensen keurig in hokjes in te delen. Wie is alleen goed? Wie is door en door slecht? Heeft niet ieder van ons beide in zich? Goed en kwaad zijn soms heel moeilijk van elkaar te onderscheiden. Soms moet een zekere tijd verstrijken voordat wij het goede van het kwade kunnen onderscheiden. Soms blijkt pas achteraf of iets goed of slecht was. Is het aan ons om te oordelen?

Als Wet- en Schriftgeleerden een vrouw bij Jezus brengen die volgens van de Wet van Mozes voor haar misstap door steniging gedood moet worden, stelt Jezus de schuldvraag en de straf niet ter discussie. Hij stelt de vraag: is het aan mij, aan ons om over anderen te oordelen? Mogen wij op de rechterstoel gaan zitten terwijl wij net zo goed de aangeklaagde zouden kunnen zijn? Niemand is alleen goed of slecht. Wie van jullie nooit een tweede kans nodig heeft gehad, mag als eerste een steen gooien. In Gods nieuwe wereld mogen koren en onkruid, mag goed en kwaad, naast elkaar bestaan.

De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer schrijft in zijn GeloofsbelijdenisIk geloof dat God uit alles, ook uit het slechtste, iets goeds kan en wil laten ontstaan. Ik geloof dat ook onze fouten en vergissingen zin hebben en dat het voor God niet moeilijker is deze te gebruiken dan de daden waarvan wij denken dat ze goed zijn. Wees geduldig, zegt Jezus. Het oordeel is niet aan ons.

Wat zal ik doen?, is de vraag die in het gedicht van Toon Tellegen gesteld wordt. Om hulp roepen? Wild om mij heen slaan in de hoop iets te raken? Of berusten? Ik kijk om mij heen en zie – voor de zoveelste keer – dat het nog niet zover is, de lucht is blauw, de zon komt op, een merel zingt.

Verreweg het meeste wat zich in de wereld om ons heen afspeelt, ligt buiten onze macht. We hebben er bitter weinig invloed op. Daarmee zijn die gebeurtenissen op zichzelf niet goed of slecht. Ze gebeuren gewoon. Het is verspilde energie om ons er druk over te maken. Waar we wel macht over hebben, waar we wel iets aan kunnen doen, is hoe we zelf met deze gebeurtenissen omgaan, hoe wij erop reageren. Augustinus schrijft in een preek: “Jullie zeggen: ‘De tijden zijn slecht. We leven in een moeilijke tijd.’ Wij zijn de tijden! Leef goed en de tijd is goed. De tijden zijn wat wij ervan maken.”

Verzet en overgave heet een verzameling van brieven en aantekeningen die Bonhoeffer in de gevangenis schreef. In verzet komen en loslaten. Hij schrijft er aan het eind van zijn leven nog over met de woorden: ‘Verzet en overgave, zij horen bij elkaar.’ Ook stilte en strijd horen bij elkaar. Ze kunnen niet zonder elkaar. Ze houden elkaar in balans. En wij hebben er kracht voor nodig. God, verleen ons de kalmte om de dingen te aanvaarden die niet veranderd kunnen worden, de moed om de dingen te veranderen die veranderd moeten worden,  en de wijsheid om het ene van het andere te onderscheiden. Dit gebed om kalmte, de Serenity Prayer, schreef de Amerikaanse theoloog en predikant Reinhold Niebuh in de jaren dertig van de vorige eeuw. Sindsdien hebben deze woorden over de hele wereld een bijzondere betekenis gekregen voor hen die in woelige en onzekere tijden op zoek zijn naar balans, naar innerlijke vrede. Is er ooit een tijd geweest waar er geen behoefte was aan kalmte, moed en wijsheid?

Als ons hart tot God gericht is en wij open staan voor zijn licht en haar liefde, ontvangen we kracht tot stilte en strijd.

Gerelateerd