29 februari 2016

Bestaat God?

Geschreven door marina

Bestaat God?

 

Vanzelfsprekend is het bestaan van God allang niet meer. Steeds weer vragen gelovigen en niet-gelovigen zich af: bestaat God?

Meer dan 15 jaar geleden stelde de Remonstrantse predikant en hoogleraar Han Adriaanse in een lezing voor Remonstrantse predikanten dat het antwoord: ‘dat geloof ik nou eenmaal’ ‘waarachtig, het slechtste nog niet’ is. Maar toch zijn we er met dit antwoord niet. Want wie is deze God? Waar is hij te vinden?

Als Salomo in 1 Koningen 8 bij de inwijding van de tempel het volk zegent, zegt hij: ‘Eeuwige, God van Israël, er is geen God zoals U, noch in de hemel daarboven, noch op de aarde hier beneden. U houdt U aan het verbond en blijft trouw.’ Zeven jaar duurde de bouw van de tempel. Bij de inwijding bidt Salomo voor het volk. Hij beschrijft zeven noodsituaties die zich in de toekomst voor kunnen doen. Vlak voor de eerste smeekbede zegt Salomo: ‘Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan het huis dat ik voor U gebouwd heb.’ Salomo heeft net met gigantische inspanning een magnifiek complex voor de Eeuwige gebouwd, en nu relativeert hij het belang van die tempel! Want God woont niet in de tempel, maar in de hemel – en zelfs die kan God niet bevatten! .

De tempel is wél de plek waarnaar het volk zich in gebed richt. Daar gaat het volk heen in gebed en als het volk onderweg is, kan het zich richten tot de tempel. Dáár is God te vinden, ook al woont God er niet.

Het is een rare paradox. Het is de paradox tussen het antwoord op de vraag ‘waar is God’ en ‘waar is God te vinden?’ De antwoorden zijn niet gelijk. ‘Waar is God’ vraagt om een antwoord dat het persoonlijke overstijgt, staat los van mensen. Maar ‘waar is God te vinden’ brengt ons bij onszelf. Waar vinden wij God?

God, zo kunnen wij geloven – is overal, ‘zelfs de hoogste hemel kan God niet bevatten’ in de woorden van Salomo, maar wij zijn altijd ergens. Wij zijn mensen en zijn daarmee tijd- en plaatsgebonden wezens. Wij zijn het die vragen om plaatsen waar we God kunnen ontmoeten. Wij hebben plekken nodig, plekken als kerken, gemeenschappen. God is overal, maar wij niet.

Adriaanse stelde aan het einde van zijn lezing dat een precies antwoord op de vraag naar Gods bestaan wellicht helemaal niet nodig is als we in de kerk samenkomen. ‘Waar het hier op aankomt,’ zo zegt hij ‘is dat de lofzang niet ophoudt, evenmin als het gebed en de verkondiging.’

In de lofzang, in het gebed, in de verkondging, is voor mij God aanwezig, bestaat God. Hier in ons midden is God. In de kerk en in de gemeenschap van mensen vinden wij God, kunnen wij God naderen en nadert God ons. In de liturgie, in de gemeenschap, wordt God aanraakbaar, krijgt God gestalte, komt God tot bestaan.

Dit is een bewerking van de overdenking gehouden door ds Marina Slootmans op 28 februari 2016.

Gerelateerd