Schilderij als eye-opener
Geschreven door Antje van der HoekHerkent u dit schilderij? Vast wel. Het hangt in de Tuinzaal. Het is een portret van de eerste vrouwelijke predikant in onze gemeente: Wil(lemien) Wiardi Beckman. Ter gelegenheid van haar vijfentwintigjarig ambtsjubileum in 1956 schilderde Christian de Moor haar, nadat hij dat twaalf jaar eerder al had gedaan met haar mannelijke collega’s ds Kleijn en ds Fetter. Al geruime tijd hangt dit drietal naast elkaar in onze koffiekamer.
Onlangs verdiepte ik me een beetje in deze ‘grote stadspredikante’, die maar liefst veertig jaar (1931- 1971) in onze gemeente werkzaam zou blijven. Robina Joemmanbaks van de vrouwenvereniging van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, al eerder gast in een van onze diensten, had mij daartoe uitgenodigd. Om iets te vertellen over de positie van vrouwen en vrouwelijke predikanten bij de remonstranten. Met het oog op een Youtube filmpje, waarin het ook over vrouwelijke voorgangers in andere religies zou gaan.
‘Wat moeten de mensen wel niet denken als ze lezen dat met Kerst mejuffrouw Wiardi Beckman preekt?’.
De allereerste Nederlandse vrouwelijke predikant was Wiardi Beckman daarmee niet. Dat was de doopsgezinde Anne Mankes- Zernike, echtgenote van kunstenaar Jan Mankes. In 1911 besteeg zij de kansel in het Friese Boven-Knijpe, in 1920 gevolgd door de remonstrantse Riek Rappold in Zwammerdam. Maar als ‘grote stadspredikante’ was Wil Wiardi Beckman een echte pionier. Veel vrouwen bleven namelijk in de kleinere dorpsgemeenten ‘hangen’ en konden geen ‘carriere’ maken in grotere stadsgemeenten. Ze werden ook niet voor álle predikantstaken geschikt geacht, maar vooral voor die taken die verondersteld werden dicht te staan bij het vrouwenleven, zoals jeugdwerk (catechese) en maatschappelijk werk. Venijnig aan de remonstrantse discussie, zoals die uitgebreid is beschreven in het proefschrift van collega Tjaard Barnard, was dat die discussie over vrouwen in het ambt niet op bijbelse gronden (vrouwonvriendelijke passages), maar op psychologische gronden werd gevoerd. Stereotypen als dat ‘de’ man meer geneigd zou zijn tot het objectieve, methodische en ‘de’ vrouw meer als gevoelsmens emotioneler aangelegd zou zijn, vormden daarvan de achtergrond. Voor Wil Wiardi Beckman betekende die ongelijke behandeling dat ze pas in 1937, na zes jaar van tijdelijke dienstverbanden, als vaste predikante beroepen en bevestigd. Ook stonden haar mannelijke collega’s tot haar frustratie aanvankelijk niet toe dat ze preekte op de kerkelijke hoogtijdagen. Op haar verzoek om een kerstdienst te mogen doen, reageerde haar collega Fetter veelzeggend: ‘Wat moeten de mensen wel niet denken als ze lezen dat met Kerst mejuffrouw Wiardi Beckman preekt?’.
Waarom ik hierover in dit voorwoord schrijf, vraagt u zich wellicht af? De directe aanleiding was, zoals gezegd, gegeven met de vraag van Robina. Maar tegelijkertijd werkte het voor mij als eye-opener. De vrouw, die ik ook uit verhalen uit mijn familiegeschiedenis ken, kwam er extra door tot leven. Wil Wiardi Beckman was bevriend met mijn grootouders van vaderskant. Zij waren jarenlang lid van onze gemeente. Toen het ‘aan’ was tussen mijn ouders, zo vertelde mijn moeder laatst, werd mijn moeder direct aan haar voorgesteld.
De directe aanleiding was, zoals gezegd, gegeven met de vraag van Robina. Maar tegelijkertijd werkte het voor mij als eye-opener.
Zo heeft het schilderij voor mij een persoonlijke betekenis. Maar meer nog bepaalde het mij bij het ónvanzelfsprekende van wat ik doorgaans als zo vanzelfsprekend beschouw dat ik er nauwelijks meer bij stil sta: de volledig gelijkwaardige positie van vrouwelijke predikanten in vrijzinnige kring. Maar, net als voor vrouwenkiesrecht en ‘baas in eigen buik’, door suffragettes en Dolle Mina’s, is daarvoor gestréden. Door pioniers zoals Wil Wiardi Beckman. En, hoe actueel dit, in sommige kerkelijke kringen helaas nog altijd is, besef ik eens te meer wanneer ik denk aan Almatine Leene, huidige theoloog des Vaderlands, die in 2020 als eerste vrouwelijke predikant bij de vrijgemaakt-gereformeerden werd beroepen.