Een reis naar binnen
Geschreven door Antje van der HoekVan 14 februari tot en met 29 maart is het de veertigdagentijd. Dé klassieke lezing waarmee deze periode opent is het verzoekingsverhaal. Je vindt het, met kleine variaties, bij Markus, Matteüs en Lukas. ‘Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden’ luidt de openingszin (Mt 4:1).
Woestijn als decor
De woestijn wordt vervolgens de testruimte waarin de duivel Jezus probeert te verleiden tot al te menselijke ondeugden als hoogmoed en hebzucht. Het is geen fysieke confrontatie, maar heeft vooral veel weg van een twistgesprek zoals rabbijnen die in Jezus’ tijd met elkaar voerden. Een verbale strijd, waarbij de één de ander met bijbelcitaten probeerde te overtroeven. Wat volgt is een heen en weer, van stem en tegenstem. Met Jezus als onbetwiste winnaar.
Het verzoekingsverhaal speelt zich af in een landschap dat niet het onze is. Wij kennen geen woestijn of andersoortige ongebreidelde natuur. Wij leven in een aangeharkte wereld. Ook de natuur is daarin keurig ingeperkt binnen een ‘ecologische hoofdstructuur’. Willen we ons een beetje ontspannen, dan doen we dat allemaal op onze eigen manier op het ruiter, mountainbike- of wandelpad.
Innerlijk landschap
We kennen geen woestijn, maar herkennen misschien eens te meer het innerlijke landschap waar het hier om begonnen is. Het landschap van onze ziel. Want daartoe is dit verhaal, denk ik, een uitnodiging: om een kijkje te nemen in het landschap van onze eigen ziel. Om te kijken naar dat vat vol tegenstrijdigheden dat we vaak zijn. Naar al die passies, die ons in de greep kunnen krijgen en die onze waarneming kunnen vertroebelen: hebzucht, afgunst, woede en vul zelf maar aan. Al die ‘diabolische’ krachten die ons uit ons evenwicht kunnen brengen. Ze werpen je uiteen, zoals de duivel (‘uiteenwerper’, diabolos in het grieks) dat bij Jezus probeerde te doen. Ze houden je ervan af een mens uit één stuk te zijn, in balans met jezelf, je omgeving en met God.
Reis naar binnen
Daartoe willen die veertig dagen voor Pasen ons, denk ik, uitnodigen. Tot een reis naar binnen. Een reis waarvan de mysticus Dag Hammarskjöld (1905-1961) verklaarde dat het, van al z’n reizen, z’n langste was geweest.
Langer dan al zijn ‘uiterlijke reizen’ (onder meer als algemeen secretaris van de VN ) was zijn ‘innerlijke reis’. Zijn zoektocht naar een zinvol bestaan, waarvan hij verslag deed in “Merkstenen”, zijn geestelijke reisboek. Geleidelijk aan wist hij zijn eenzaamheid steeds beter om te smeden tot een ‘keuze voor het leven’, voor een dienstbaar, productief leven. Hoe lang die innerlijke reis ook duurde, de laatste aantekening in zijn dagboek klinkt hoopvol:
‘De seizoenen wisselden
en het licht
en het weer
en het uur.
Maar dit is hetzelfde land.
En ik begin de kaart te kennen
en de windstreken.’