7 oktober 2017

‘Muziek is meer dan medicijn, het is mijn leven’

Geschreven door Antje van der Hoek

In de dienst van 29 oktober zijn ze onze gast: twee ‘beautiful young ladies’, celliste Alona Kliucka en pianiste Gulmira Issabekova. Alona (links) komt uit het oosten van de Oekraïne, niet ver van de Russische grens. Gulmira (rechts) stamt uit Astana, de hoofdstad van Kazachstan. Sinds enige tijd studeren ze allebei aan het Koninklijk Conservatorium. Met hun cello- en pianomuziek zullen ze de viering muzikaal opluisteren. Thema zal zijn: ‘Muziek als medicijn’, naar het bijbelse verhaal over David die met z’n lier het humeur van koning Saul weet op te monteren.

Hoe groeiden zij op? Hoe verliep hun carrière totnogtoe? Werden ze religieus opgevoed? Ervaren zij muziek ook zélf als medicijn? En wat hopen zij ons met hun spel te geven?

Alona vertelt: “Mijn ouders zijn arbeiders en hebben geen band met muziek. Het was mijn oma die mij naar de muziekschool stuurde. Zo begon ik met de cello. Ik was toen zeven jaar en twee maanden oud”. Ook Gulmira’s ouders waren geen musici: “ik begon met piano toen ik vijf was. Gewoon als algemene vorming. Daarnaast volgde ik dans-, schaak-, wiskunde en taallessen. Toen onze stad in 1998 hoofdstad werd, ging ik daar naar de muziekacademie. Sinds m’n tiende werd het serieuzer en deed ik mee aan competities”. Allebei solliciteerden zij vervolgens bij het conservatorium in Moskou en werden er toegelaten. Het is de instelling waarin nagenoeg de hele elite van Russische musici werden opgeleid. Gulmira hierover: “al vanaf mijn twaalfde droomde ik ervan aan het Moskouse staatsconservatorium. Ik werd er geaccepteerd voor de bachelor-opleiding en later voor de master kamermuziek”. Ook Alona slaagde voor alle toelatingsexamens en studeerde er dit jaar af. Daarop kozen zij beiden voor het Haagse conservatorium.

Werden zij religieus opgevoed? “Als kind”, zo vertelt Alona, “ging ik met mijn ouders naar de kerk. Ik hield ervan, de sfeer en de energie die daar was. Dit jaar deed ik mee met een reeks concerten voor cello en sopraan in rooms-katholieke kathedralen in Slowakije, Polen en Spanje”. Gulmira geeft aan dat haar ouders niet christelijk zijn, maar dat ze wel via familieleden met de bijbel en kerk in aanraking is gekomen. Beiden zien ze het verschil tussen een concert en muziek ingebed in een liturgie. Alona verheugt zich juist daar erg op: “ Het is erg leuk Bachs’ muziek in een mooie kerk te spelen. Want Bach was een kerkorganist. Tijdens zijn leven kon zijn muziek alleen tijdens diensten ten gehore worden gebracht”.

Wat muziek, tenslotte, voor henzelf betekent? Daar zijn ze heel stellig in. Alona: “Het is geen medicijn. Het is mijn leven. Het is een deel van mijzelf”. Waaraan Gulmira toevoegt: “Ik kan mij mijn leven zonder muziek te spelen niet voorstellen. Maar het kan óók een medicijn zijn. Want hoe moeilijk het leven ook soms kan zijn, spelen helpt je om sterk te blijven en van het leven te genieten”. Met hun muziek hopen ze ons in een vredige stemming te brengen. Van rust, harmonie en met een nieuw oog voor de schoonheid van het leven.

Wie wil dat nu missen?

Gerelateerd