‘Eerst krijg je een bron en dan word je een bron’
Geschreven door Antje van der HoekEen tijdje terug zat ik weer eens in een rondvaartboot. Heerlijk om bij goed weer door Amsterdam te varen en de klok- en trapgevels vanuit het perspectief van het water te zien. Terwijl de historie van de Amsterdamse grachten vanuit de voice over in diverse talen over mij werd uitgestort, zette het tochtje mij ook tot enige mijmeringen aan. Over het water met z’n vele gezichten. Z’n goede, levensnoodzakelijke én z’n grimmige kant: Het lest je dorst. Het biedt ontspanning in de zomer. Maar het heeft ook die andere, die donkere kant: overstromingen, tsunami’s die alles en iedereen verwoesten. Zo is water allebei: vriend, maar soms ook vijand. In ons waterrijke landje kunnen we erover meepraten.
Januskop
Ook in de Bijbel kom je het water, met z’n ‘januskop’, tegen. Daar wordt de waterbron zelfs het beeld voor God zélf: God als de Levensbron, God als de Bron van levend water, die leven geeft. Je komt die voorstelling tegen bij de profeet Jeremia en in sommige psalmen. Maar het tegenovergestelde, grimmige gezicht is er ook. ‘Red, mij, God, het water staat aan mijn lippen’; ‘ik ben in diep water geraakt, de stroom sleurt mij mee’ staat er in een van de andere psalmen. Daar wordt het water juist tot beeld voor verdriet, pijn en ellende. En zo kent u vast ook het verhaal van Jona, die de zee in werd geslingerd en van Noach en de zondvloed. Met z’n januskop raakt het aan een oertegenstelling: die tussen leven en dood.
Leven uit de Bron schenkt een bron van leven
In een boekje over gemeenteopbouw dat ik al jaren in mijn kast heb staan, staat Marius Noorloos stil bij het positieve gezicht van het water. De kern van de kerk, zegt hij daar bondig, wordt gevormd door de omgang met God, de gemeenschap met elkaar en de dienst aan de wereld. Met een beroep op Jezus’ uitspraak in het Johannesevangelie – ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft’ (Joh 7:37-38) – schetst hij de dynamiek van persoonlijke geloofsontwikkeling en gemeenteopbouw vanuit de watermetafoor. ‘Eerst krijg je een bron, en dan word je een bron’ zegt hij met de overleden Leidse dogmaticus Hendrik Berkhof (1914-1995). Het is een ervaring die we vermoedelijk wel herkennen: eerst krijg je het geloof, verhalen, rituelen en wat dies meer zij van ouders, leraren aangereikt en vervolgens hoop je daarin ook zélf een schakel te zijn, die weer anderen inspireert. Door dit voortdurende groeiproces kan het geloof en de gemeenschap levend en vitaal blijven. Ik wens u een mooie zomer met veel onbekommerd plezier, al dan niet aan de ‘waterkant’ en wens het ons toe dat we telkens opnieuw terugkeren naar die levengevende Bron, vanwaaruit ons persoonlijke en gezamenlijke leven telkens opnieuw wordt vernieuwd.