15 december 2021

Kerst: nabije én verre verwachting

Geschreven door Antje van der Hoek

Vaak zou hij de vraag hebben gekregen: ‘wanneer is het nou Kerst? Hoe lang duurt het nog? Ik heb het over de Duitse theoloog Johann Hinrich Wichern (1808-1881) die aan de wieg stond van de adventskrans, die vanuit Duitsland ook naar ons land zou overwaaien. Werkzaam in wat de Duitsers ‘innere Mission’ noemen, bekommerde hij zich in de negentiende eeuw om kinderen in arme gezinnen in de buurt van Hamburg.

Psychologisch inzicht

Om de aanloopperiode naar Kerst te visualiseren bedacht hij de adventskrans. In 1839 voorzag hij een wagenwiel met negentien rode en vier witte kaarsen, zoals hierboven afgebeeld. Iedere dag werd er één rode kaars aangestoken en op elke zondag één witte kaars. Zo wisten de kinderen iedere dag hoeveel nachten ze nog moesten slapen voordat het Kerstmis was. Het getuigde van psychologisch inzicht. Kinderen, maar ook volwassenen, hebben tastbare symbolen nodig om vorm te geven aan hun verwachtingen, verlangens en hoop, waarover het in de advents- en kerstperiode gaat. Getuige ook de populariteit van de adventskalender, eveneens afkomstig van onze oosterburen en stammend uit ongeveer dezelfde tijd. Met vierentwintig luikjes, met chocolaatjes of ‘geestelijk voedsel’, al dan niet digitale vorm.

Verwachting en vervulling

Maar dan slaat die verwachting, met Kerst, om in vervulling. Het liturgisch werkboek, dat ik vaak gebruik, heeft hier een ontboezeming van de schrijver, voormalig studentenpastor Jan de Jongh. Herfst en Advent, een tijd van verlangen en hopen, voor hem zou het daarbij mogen blijven. Want, is het niet zo dat dat feest van vrede en warmte vaak zo pijnlijk contrasteert met de wereld waarin wij leven, vol onbegrip, ongelijkheid, geweld en honger?

Wijkende horizon

Het lijkt mij heel herkenbaar. Het is wat emeritus remonstrants hoogleraar Marius van Leeuwen, de spanning noemt tussen de ‘nabije’ en ‘verre’ verwachting. Die eerste verwachting wordt met de viering van de geboorte van Jezus ingelost. Als alle kaarsjes branden en alle luikjes geopend zijn. Maar die tweede dimensie van de verwachting, dat van Gods‘ rijk op aarde, blijkt een wijkende horizon, waarvoor geen aftelsymbolen, kransen of kalenders, bestaan. Het kan zelfs die, bijna-wanhopige, bekende slotregel uit een gedicht van Gerard Reve in herinnering roepen: ‘Dat koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’

Hart onder onze riem

Nabije’ en ‘verre’ verwachting: het lijkt de kunst om het in die spanning uit te houden. Daarbij wil het Kerstfeest ons een hart onder de riem steken. Om, verwarmd en geïnspireerd door dit lichtfeest, zoveel mogelijk tegenwicht te bieden aan het duister om ons heen en vooral ook zélf licht te verspreiden. Zoals verwoord in één van de liederen uit ons Liedboek, door Sytze de Vries:

Uit uw verborgenheid

ontsteekt Gij licht op aarde,

wilt Gij ons warmen met

de gloed van uw genade.

Wij delen met elkaar

het licht, het lied, de zegen,

Wij zijn uw kandelaar,

wij gaan het donker tegen.

(Lied 500:5)

Gerelateerd