In zijn liefde blijven
Geschreven door Antje van der HoekOp 15 januari 1941 luisterden vijfduizend Franse krijgsgevangenen naar de première van een kwartet van Messiaen. Een uur lang hoorden zij de muziek aan van de spelende musici, die op tweedehands instrumenten speelden, gekleed in gehavende lompen. Op de voorste rijen van het publiek lagen gewonde gevangenen op stretchers. ‘Nooit’ , zou Messiaen later hebben gezegd, ‘is er met meer aandacht en begrip naar mijn muziek geluisterd’. Afgelopen zondag speelde Hans Jacobi het vijfde deel van dit werk: ‘Louange à l’éternité de Jésus’. Een lofzang op de eeuwigheid van Jezus, waarin de componist zich geïnspireerd wist door een visioen uit Openbaringen, over een engel die het einde van de tijd aankondigt. Als je goed naar het stuk luistert, kun je hóren hoe de tijd stil staat. Hoe Gods’ liefde in Jezus de tijd overstijgt.
Dat onthult meteen al iets belangrijks over zijn werk. Messiaen was zelf niet religieus opgevoed, maar beeldde in vrijwel al zijn werken het goddelijke uit. Volgens hem was muziek de echo van God. De ‘hoorbare afbeelding’ van de Allerhoogste. Zoals hij ook de natuur zag als een afspiegeling van het goddelijke. Het deed mij denken aan Jezus’ gelijkenissen. Want zoals Messiaen zijn muziek componeerde als afbeelding van God, deed Jezus met zijn parabels iets vergelijkbaars. Met zijn gelijkenissen opende hij een venster op een andere Dimensie in ons bestaan. Liet hij in het gewone, alledaagse het Buitengewone oplichten.
Want zoals Messiaen zijn muziek componeerde als afbeelding van God, deed Jezus met zijn parabels iets vergelijkbaars
Zo is er in het Johannesevangelie een fraaie gelijkenis waarin Jezus zich identificeert als het ‘brood dat leven geeft’. Het is de eerste in een reeks ‘Ik ben- metaforen’, waarin Jezus aansluit bij Israëls’ woestijnervaring van lang geleden. Waarin het manna levensreddend uit de hemel viel. Om vervolgens aan die Manna-traditie geeft een nieuwe draai te geven. Hij is zélf het manna dat uit de hemel neerdaalt en schenkt ons mensen leven met ‘eeuwigheidskwaliteit’. Eeuwig leven, zoals Johannes dat noemt. Of, anders gezegd: leven zoals God het bedoeld heeft. Zo belichaamt Jezus het brood uit de hemel. Hij is het brood waarvan je nooit meer honger en dorst krijgt.
Hij is zélf het manna dat uit de hemel neerdaalt en schenkt ons mensen leven met ‘eeuwigheidskwaliteit’.
Dat is mystiek. Johannes’ ‘Ik ben’ vergelijkingen draaien er steeds om hoe zijn volgelingen ‘in’ hem kunnen blijven. Hoe hijzelf ‘in’ zijn Vader is, hoe Jezus ‘in’ zijn leerlingen zijn en Hij ‘in’ hen. Hoe zij elkaar – als het ware – wederzijds bewonen, een vorm van mystieke verbondenheid. Ik vind dit persoonlijk een van de mooiste passages uit het Nieuwe Testament. Bovendien schuilt hierin, denk ik, ook een link met de muziek van Messiaen, over de onsterfelijkheid van Christus. Met die muziek wilde hij immers niets anders dan een weg te banen: van het nu naar het Eeuwige. Je zou het ‘muzikale mystiek’ kunnen noemen. Zo nodigen beiden, muziek en gelijkenis, ons uit om in Gods’ liefde te blijven. Zoals kernachtig verwoord in een gebed van Dag Hammerskjöld:
Gij die boven ons bent,
Gij die een van ons bent,
Gij die BENT –
ook in ons,
mogen allen U zien – ook in mij,
moge ik Uw weg bereiden,
moge ik dan dankbaar zijn
voor alles wat mij ten deel valt.
Moge ik dan niet vergeten
de nood van anderen.
Bewaar mij in Uw liefde
zoals gij wilt dat allen
in mijn liefde blijven.
Moge alles in mijn wezen
U tot eer zijn,
en moge ik nooit wanhopen.
Want ik ben in Uw hand,
en in U is alle kracht en goedheid.
Geef mij een zuiver hart – dat ik U mag zien,
een ootmoedig hart – dat ik U mag horen,
een hart vol liefde – dat ik U mag dienen,
een hart vol geloof – dat ik in U mag blijven.