5 december 2023

In het verhaal gaan wonen

Geschreven door Antje van der Hoek

Nijntje-versie

Kunt u zich nog herinneren met welke versie van het kerstverhaal u bent opgegroeid? Die uit een volwassenenbijbel of in een kinderversie? Welnu, ikzelf groeide op met de ‘Nijntje- versie’ van Dick Bruna. Toen ik het boekje laatst weer eens uit de kast haalde, zag het er nogal beduimeld en vergeeld uit. Het was duidelijk door de nodige kindervingers heengegaan. En, terwijl ik het weer in handen nam, was ik ineens weer in mijn ouderlijk huis. Het huis, dat we na het overlijden van mijn moeder hebben moeten opruimen en dat we binnenkort gaan verkopen.

Reminiscentiefase

Daarmee riep het ‘Nijntje-kerstverhaal’ oude herinneringen op aan onze kerstvieringen thuis. En zag ik ons ineens weer zitten rond de kerstboom met échte kaarsjes: mijn ouders, mijn jongere zus en broer. Terwijl het caroussel met engeltjes ronddraaide, hun schaduwen aftekenend op het plafond. Met een emmer water die de wacht hield, in case of emergency. Het was immers niet de bedoeling dat de boom vlam zou vatten. U begrijpt, ik zit volop in de zogeheten reminiscentiefase! Wellicht doemen er ook bij u dergelijke herinneringen op? Dit echter was mijn eerste kennismaking met het kerstverhaal. In die vriendelijke ‘Nijntje-versie’, met z’n minimalistische afbeeldingen en eenvoudige woorden. Over de herders, de engelen, Maria, Jozef en het kind en de drie magiërs (die toen nog koningen heten) uit het Oosten. Met als weerkerend refrein – bij de herders en de magiërs – dat ze ‘blij waren dat ze Jezus gevonden hadden. Jezus, die gekomen was om alle mensen gelukkig te maken’. En, tot slot, de reden dat we dit feest ieder jaar weer vieren: ‘alle mensen’, zo besluit Bruna, ‘waren blij en spraken met elkaar af dat elke verjaardag van Jezus een feestdag zou zijn. En dat is Kerstmis’.

Verhalen

Met Kerst vertellen wij elkaar dat oude verhaal over Jezus’ geboorte. In variaties die we al in het Nieuwe Testament tegenkomen. Vaak uitgesmeerd over meerdere dagen: dat van Lukas op kerstavond, dat van Johannes op de Kerstochtend. Dat van Mattheüs met de magiërs tenslotte met Epifanie, de eerste zondag in januari. In ons hoofd zijn ze tot één verhaal verweven geraakt. Een beetje zoals bij Dick Bruna, die het verhaal van Lukas met dat van Mattheüs verbond. Daarmee doen we iets wat bij uitstek menselijk blijkt te zijn: wij mensen vertellen elkaar verhalen. Zo althans de Israëlische historicus Yuval Noah Harari in zijn boek ‘Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid’ (2012). Want zodra de grens van 150 individuen wordt overschreden, hebben we ze nodig, die fictieve verhalen. Grote aantallen vreemden kunnen alleen succesvol samenwerken dankzij het geloof in gemeenschappelijke mythen. Zónder dat verhaal wordt het lastig steden te bouwen of een samenleving te onderhouden. Zo zijn ook geloofsgemeenschappen geworteld in een gemeenschappelijke verhalencanon.

Gedeelde verhalen- voorbij aan eigenbelang

Maar daar wringt de schoen. Onze samenleving is in de afgelopen decennia diepgaand veranderd. We ontberen een verhaal dat ons maatschappelijk met elkaar verbindt, dat samenhang biedt. Die spirituele leegte vormt het vertrekpunt van ‘De leegte voorbij’(2023) van psychiater Esther van Fenema en mijn remonstrantse collega Joost Röselaers. Zij interviewden een zeventiental toonaangevende gesprekspartners van diverse achtergrond en politieke kleur en formuleerden aan het einde enkele conclusies. Die bestaan nadrukkelijk niet uit de vondst van één afgerond, nieuw verhaal. Maar wél uit de noodzaak te streven naar gedeelde verhalen en een hernieuwd besef van transcendentie, waardoor we ons eigenbelang overstijgen en richten op een gezamenlijk wenkend perspectief.

Kerk als vertelgemeenschap

Het boek van Van Fenema en Röselaers bracht mij eens te meer tot het besef dat we als kerk een vertelgemeenschap zijn. Met verhalen die al eeuwenlang van generatie op generatie worden over gedragen en gebaseerd zijn op waarden die ons directe eigenbelang overstijgen. Dat het kerstverhaal bovendien tot de wortels van onze cultuur hoort en van betekenis is voor onze grotendeels ontkerkelijkte samenleving, wanneer wij verhalen uit diverse tradities delen. Juist Kerst biedt een kans ons bewust te worden hoe dit oude verhaal ons met vorige generaties verbindt en vergezichten opent voor de toekomst. Hoe het ons een verhaal vertelt van een kwetsbaar kind, dat licht brengt in onze duisternis, gerechtigheid en vrede. Hoe het daarmee een hoopvol tegenwicht biedt aan vijandschap, geweld en verdeeldheid, die we alom zien, veraf en dichtbij.

Laat het tenslotte ook een uitnodiging zijn om daadwerkelijk in dit verhaal te gaan wónen. Om, met een toespeling op de zeventiendeeeuwse Duitse mysticus Angelus Silesius (1632-1677), Christus ín ónszelf geboren te laten worden.

Gerelateerd