23 oktober 2018

Ida Gerhardt en de natuur

Geschreven door Antje van der Hoek

Al in het eerste werk dat van de hand van Ida Gerhardt (1905-1997) verscheen, was duidelijk dat zij een dichter was met veel aandacht voor de natuur. Geboren in Gorcum en later wonend in, onder meer, Kampen en Eefde (bij Zutphen) was zij van jongs af aan verknocht geraakt aan het Nederlandse rivierenlandschap. Het maakte haar vanaf de oorlogstijd zelfs tot een ‘heilsoldate voor de natuur’. Op de van haar bekende fanatieke wijze zette zij zich in voor het behoud van het Nederlandse landschap. Mieke Koenen beschrijft het in haar biografie ‘Dwars tegen de keer, leven en werk van Ida Gerhardt‘. Ik herlas hem in de zomermaanden.

Opmerkelijk, zo zegt Ida Gerhardt-kenner en benedictijnermonnik Frans Berkelmans, is dat zij vanuit een speciaal perspectief naar die natuur kijkt. Ze ziet samenhang tussen de aard van de natuur en de taal. Zo opent haar tweede dichtbundel, ‘Het veerhuis’, met het gedicht ‘Spreuk bij het werk’ (zie hieronder). Daarin wordt ‘de waterkant’ gezien als de ideale plek voor dichterlijke ontvankelijkheid en inspiratie. Zo zelfs dat die waterkant zélf wordt ervaren als de instantie die het boek schrijft. De dichteres is geïmponeerd door de samenhang van al wat is. In de kosmos ervaart zij een scheppende impuls. Bovendien is er voor haar een verborgen samenhang tussen die impulsen in de natuur en de menselijke geest. In een interview uit 1979 verwoordde zij dit als volgt: ‘De schepping schrijft in mij en ik herken de opdrachtgever in de schepping’. De poëzie van Ida Gerhardt is inderdaad ten diepste religieus.

En, hoewel ‘Spreuk bij het werk’ vooral aan het adres van de dichteres zélf is gericht, kan het als lezer ook allerlei associaties bij jouzelf oproepen. Aan eigen natuurervaringen. Aan ervaringen van rust, nieuwe inspiratie en hervonden creativiteit door verblijf, niet alleen aan de ‘waterkant’, maar bijvoorbeeld ook in de bergen, bossen of aan het strand. Gun jezelf, na lezing, een moment om daar eens even over te mijmeren …

Met haar door de natuur geïnspireerde gedichten raakt Gerhardt tenslotte ook aan bijbelse voorstellingen waarin natuur- en geloofsbeleving verbonden zijn. Zoals je die, bijvoorbeeld, tegenkomt bij de profeet Jeremia waarin God wordt voorgesteld als ‘bron van levend water’. En in het Johannesevangelie waar Jezus, zinspelend op die tekst, op zichzelf wijst als bron van levend water, die ieder van ons uitnodigt ook zélf vanuit die bron te leven. Want dan zullen ”stromen van levend water” uit je binnenste vloeien …

Spreuk bij het werk

Als ik nu in dit land

maar wat alléén mag blijven

dan zal de waterkant

het boek wel voor mij schrijven.

Dit is wat ik behoef

en hiertoe moest ik komen,

het simpele vertoef

bij dit gestadig stromen.

Het water gaat voorbij,

wiss’lend gelijk gebleven, –

het heeft stilaan in mij

een nieuw begin geschreven.

Ik weet met zekerheid,

hier vind ik vroeg of later

het woord dat mij bevrijdt

en levend is als water.

Gerelateerd