9 april 2020

Herwonnen veerkracht – Pasen 2020

Geschreven door Antje van der Hoek

Waar gaat ’t over met Pasen? Die vraag kun je je ieder jaar opnieuw stellen. Wat betekent dit feest voor u en mij? Wat vieren we dan?

Marcus en Ezechiël

Ik lees enkele bijbelteksten die ik anders, samen met u, op Paaszondag zou hebben gelezen. Allereerst het opstandingsverhaal volgens Marcus, in zijn laatste hoofdstuk. Het verhaalt van die drie vrouwen op weg naar Jezus’ graf. Ze waren van plan Jezus te balsemen. Maar dan zit daar plotseling die mysterieuze jongeman in een wit gewaad. ‘Jezus is er niet. Hij is opgewekt’, vertelt hij de vrouwen. En dan dat oudtestamentische opstandingsverhaal, bij de profeet Ezechiël (Ez. 37:1-14), die optrad tijdens de ballingschap, een tijd die je met enige fantasie een ‘quarantaineperiode’ zou kunnen noemen. Meerdere decennia was men afgesneden van de geboortegrond. Die situatie wordt door hem verbeeld als een dal vol beenderen, waarin God nieuwe adem blaast. Er ontstaat beweging, klinkt een enorm gedruis. De dorre beenderen worden levend, met pezen, vlees en huid bekleed. De boodschap is duidelijk: Israël is niet ten dode opgeschreven. Israël zal opstaan. Israël zal opkruipen uit het dal en weer leven!

‘Jezus is er niet. Hij is opgewekt’

Hoe landen ze, deze opstandingsteksten?

Hoe landen deze teksten bij ons, in deze merkwaardige Corona-tijden? Waarin we, hoewel gelukkig doorgaans comfortabel thuiszittend, getuige zijn van een virus dat wereldwijd dood en verderf zaait? Waarin we ons zorgen maken over de beperkte capaciteit op onze IC’s en de grote aantallen zieken en overledenen in de epicentra van Noord-Italië, Spanje, New York? Waarin we ons afvragen hoe lang de ophokplicht nog zal duren, we weer gewoon naar het werk mogen, gebruikelijke activiteiten kunnen hervatten?

Een seculier paasgedicht

Hoe landen die opstandingsverhalen nu bij ons? Van een van u ontving ik de afgelopen dagen een tekst, die ook elders op internet en sociale media rondwaarde. ‘Maar de lente wist het niet’ luidt het refrein. Je zou het een seculier Paasgedicht kunnen noemen, een actualisatie van Marcus en Ezechiël. Het gaat, steeds herhalend, over de lente die als enige nergens van wist, tot wie het slechte nieuws niet doordrong. In plaats daarvan liepen de bomen gewoon uit, kwamen knoppen uit en begonnen vogels zich te nestelen. We hebben het allemaal ook zélf kunnen zien, wanneer we naar buiten keken. Het gedicht eindigt met een bevrijdingsvisioen, met de dag waarop de premier vertelt dat de noodsituatie voorbij is en het virus verloren heeft.  ‘Omdat de lente het niet wist’, luidt de slotregel, ‘leerde iedereen de kracht van het leven’.

‘Omdat de lente het niet wist, leerde iedereen de kracht van het leven’.’

Herwonnen veerkracht

Herwonnen veerkracht. Daarover gaat het: bij Marcus, Ezechiël en in het lentegedicht. Jezus’ leven en liefde blijken onverwoestbaar. Israël staat op uit zijn verplichte quarantaine. En de lente boort bij ons onvermoede krachten aan. Er is nieuw leven, nieuwe hoop en perspectief, moed en inspiratie waar je dacht dat het doodliep. Moge het zo zijn, ook voor ons!

Fijne Paasdagen!

Gerelateerd