Die chaos schiep tot mensenland
Geschreven door Reinhold PhilippDit is het begin. Alles is leeg. Zonder begin is er niets, geen tijd, geen ruimte, geen leven. Zonder verhaal is er geen beeld en geen idee om de ruimte mee te vullen. Met het scheppen van God en het herscheppen van mensen in taal en verhaal neemt de geschiedenis een aanvang. Zonder een verhaal over het begin, gaapt de chaos de mensen tegenmoet. Het allereerste woord van het verhaal, be-resjit – in een begin, maakt duidelijk, dat zelf met het beginnen een begin wordt gemaakt. Heel vaak wordt dit woord vertaald met ‘in het begin’ of ‘in den beginne’. Maar er staat in het Hebreeuws geen bepaald lidwoord. Hoe kun je spreken van ‘het’ begin als er nog geen tijd is? Pas met de schepping ontstaat de tijd. De schepping gebeurt dus niet op een bepaald moment in de tijd, maar de tijd begint door de schepping. God is buiten ruimte en tijd. Anders zou hij niet een aanvang kunnen maken met de schepping en met de tijd. In een begin maakt God door te scheppen een begin van de tijd.
Toen God in een begin een begin maakte met de schepping, was de aarde woest en doods, tohoe wa bohoe in het Hebreeuws. De letters b en w liggen in de manier hoe ze gevormd worden dicht bij elkaar. Als je tohoe wa wohoe een paar keer hardop uitspreekt, hoor je met een beetje fantasie de gure wind over het oer-water loeien.
Net zoals de pottenbakker, wanneer hij een mooie vaas wil maken, eerst een klomp klei pakt en het op een pottenbakkerswiel plaatst om het te kneden, zoals hij het wil, zo gebruikte de Schepper het ruwe materiaal van het universum om het daarna door steeds weer een scheiding te maken te ordenen. God maakte een scheiding … tussen licht en duister, tussen de wateren boven in de hemel en onder de aarde, tussen vaste land en water, tussen dag en nacht, licht en donker. Er is dus geen sprake van chaos of wanorde in de negatieve zin des woords, maar alleen van een nog niet geordende situatie.
Is het ‘woest en doods’ misschien te vergelijken met het lege doek waarop de kunstenaar God aan het schilderen is? Of -zoals bij de kunst van Ad Bercht- een stuk papier, een stuk vilt dat al een ander doel heeft gediend, al een andere functie heeft gehad? Ad Bercht schreef: ‘Naast de rol van het materiaal waarmee ik werk, vormen muziek en het landschap belangrijke, maar meer indirecte prikkels. Ik vind het een mooie gedachte in de stilte van de natuur en de stilte in muziek (de ruimte tussen de noten, de stilte voor of na een concert) een parallel te zien met de leegte in mijn tekeningen.’ Ad Bercht be-tekent een vel papier, een stuk vilt met de herhaling van steeds weer het woord ‘be-tekenen’. Geeft hij daardoor betekenis aan het papier, aan de tekst? In de Schepping speelt het scheppende woord van God een belangrijke rol. Iedere scheppingsdag begint met Gods spreken. Door Gods spreken komt alles tot bestaan. Gods woorden zijn performatief, ‘woorddaden’; met het uitspreken van de woorden gebeuren ze meteen: “God sprak: ‘Licht!’ Er was licht.” Door het woord, door de taal komt er ordening in de chaos, ontstaat er een leefbare wereld.
Toen God met de schepping begon, was de aarde -of eigenlijk de hele kosmos- in een staat van verlatenheid en leegheid. Wat ‘woest en doods’ is, is de basis voor Gods scheppingswerk. Uit kale, onvruchtbare situaties kan God iets nieuws creëren. Uit donker maakt hij licht, uit modder boetseert hij de mens. God is een vuilniskunstenaar, een junk-artist, iemand die uit rommel, uit afgeschreven dingen iets nieuws kan maken. Denk aan mensen die soms als ‘dor hout’, als nutteloos worden beschouwd. Maar de profeten roepen op om voor de armen en zwakken te zorgen. Jezus is volgens de dichter Gerrit Achterberg een ‘koopman in oud roest’. Hij zocht de zieken, de doofstommen, de verworpenen, de outcast op. Veel mensen worden diep door ziekte, verlies of andere ellende getroffen. Als het goed is, hoeven we dat alles niet alleen te doen, zijn er mensen om ons heen die ons helpen om onze ervaringen van chaos, van verlatenheid en leegheid te dragen. Totdat er iets nieuws ontstaat.