Pasen
Geschreven door marinaMijn God is een God van bevrijding
Pasen
Dit is de dag waarop wij gedenken hoe God – zijn naam zij geprezen – ons keer op keer heeft bevrijd uit het duister van dood en doem:
Toen alles een woeste wildernis was, heeft God licht doen opgaan en de aarde tevoorschijn geroepen als een woonplaats voor mensen (Genesis 1:1-2:3).
Toen de grote vloed het kwaad had weggespoeld, heeft God een nieuw begin gemaakt en de hele schepping gesteld onder de regenboog van de belofte (Genesis 6-9).
Toen Izaäk het slachtoffer dreigde te worden van blinde gehoorzaamheid, heeft God de hand van Abraham tegengehouden (Genesis 22:1-19).
Toen het volk klem zat tussen de zee en oprukkende legers, heeft God een weg gebaand, dwars door de kolkende wateren heen (Exodus 14).
Toen oorlog en ballingschap de diepste vertwijfeling brachten, heeft God de mensen zo begeesterd dat zij weer droomden van vrede (Jesaja 54:17-55:13).
Toen het volk verdreven was van zijn geboortegrond, heeft God een dienaar – Baruch – gestuurd die woorden van wijsheid kon spreken (Baruch 3:9-38).
Toen wanhoop en uitzichtloosheid de bannelingen verlamde, gaf God hen verhalen van opstanding en nieuw leven (Ezechiël 37:1-14).
Toen de wijngaard van Israël geen vruchten meer gaf, heeft God hem verlaten, maar niet zonder belofte van gerechtigheid en heil (Jesaja 4:1-5:7).
Toen het volk tot slaaf gemaakt was, heeft God bevrijding gebracht, het volk verlost uit de greep van verdrukking en angst (Exodus 12).
Toen Nineve verloren leek voor recht en gerechtigheid, zond God een onwillige profeet, Jona, om de Ninevieten een spiegel voor te houden (Jona 3).
Toen het volk aan het begin van zijn weg stond en nog niet wist wat leven is, gaf God Mozes woorden van richting in de mond: ‘Kiest het leven … door de Eeuwige, Uw God te beminnen, naar God te luisteren en aan God gehecht te blijven’ (Deuteronomium 30:11-32:43).
Toen er geen toekomst meer was en er geen uitweg was uit de verdrukking door vreemden en volksgenoten, heeft God de boodschap van zijn komende rijk laten zien en horen.
Toen mensen verblind en verlamd waren, heeft God een mens gestuurd, Jezus van Nazareth.
Toen Jezus gekruisigd was en dood het laatste woord leek te hebben, heeft God hem opgewekt.
Toen de leerlingen, nog versuft door de dood van Jezus, bij elkaar zaten op het Pinksterfeest, heeft God de Geest gezonden en hen gezegd de wereld in te trekken met de belofte van de komst van het koninkrijk (Nieuwe Testament)
Toen wij in duisternis zaten, was God het licht dat scheen in het donker.
Dit gedenken wij deze dag, daar moeten we van zingen, altijd weer, want God is een God van bevrijding.
Daarom loven wij Gods naam, ontsteken wij licht ter ere van God, die ons licht is, en zingen wij: Halleluja! Lof en eer zij de Eeuwige!
MS