3 december 2019

Kind als symbool van adventsverlangen

Geschreven door Antje van der Hoek

Schoonheid en troost

Waaraan ontlenen we troost? En wat is schoonheid? Zijn er herinneringen en verwachtingen die groter zijn dan ons verdriet? Wellicht herinnert u zich nog het boek Van de schoonheid en de troost (2000) van Wim Kayzer, waarin hij deze vragen voorlegde aan een aantal schrijvers, wetenschappers en unstenaars, filosofen en musici. Niet zelden bleken die eenvoudige woordjes – schoonheid en troost – een opmaat tot bespiegelingen over het leven als zodanig. Dat gold ook voor Freeman Dyson, een beroemd natuurkundige, van wie mij het antwoord altijd is bijgebleven. Op de vraag van de interviewer volgde bij hem geen beschouwing over natuurwetten, het raadsel van de tijd of andere natuurkundige inzichten. Integendeel, op de vraag naar schoonheid en troost had Dyson een verrassend eenvoudig antwoord: kinderen en kleinkinderen. Dat was daarvan, naar zijn beleving, de meest universele bron van schoonheid en troost.

Vrede en gerechtigheid

Een kind als bron van schoonheid en troost: het roept bij mij de associatie op met Bijbelse adventsbeelden. Van teksten die wij in dit jaargetijde lezen over die telg uit het geslacht van David en dat twijgje aan de stronk van Isaï.  Want zo bracht het oude Israël haar religieuze verlangens tot  uitdrukking: door middel van een ideale koning in de lijn van David, een Messias. Een kind op wie alle grote woorden van toepassing waren:Wonderbare raadsman, goddelijke held, eeuwige vader, vredevorst (Jesaja 9:5). Meer nog dan schoonheid en troost werd dit kind de brenger geacht van vrede en gerechtigheid. Als de koning van hun dromen zou hij niet zijn eigenbelang najagen, maar zich werkelijk bekommeren om het lot van armen, van weduwen en wezen.

Kwetsbare verlangens naar heelheid en harmonie

Met advent, in de aanloop naar Kerst, worden ook wij bij onze religieuze verlangens bepaald. Onze eigen kwetsbare verlangens naar heelheid en harmonie. Wat leeft er zoal op de bodem van ons hart, aan hoop en verwachtingen? In alle dimensies van ons bestaan, dichtbij en veraf, in de omgang met de ander en de aarde? En welke tekenen daarvan zien we om ons heen? Van dit adventsverlangen is het kind het symbool. Het nodigt ons uit om, tegen het onnoemelijk vele (!) dat dit verlangen tegenspreekt, hoop te houden dat het ánders kan. Om ons niet cynisch af te wenden, maar ontvankelijk te blijven voor wat we daarvan om ons heen zien. Of, zoals verwoord Huub Oosterhuis het eens verwoordde:

  1. Soms breekt uw licht
    in mensen door
    onstuitbaar
    zoals een kind
    geboren wordt.

Gerelateerd