4 januari 2019

Kind in mij kijk uit mijn ogen

Geschreven door Antje van der Hoek

We zijn weer een nieuw jaar binnengegaan. December werd januari. Ooit werd die maand zo genoemd, naar de oude Romeinse god Janus. Hij was de god van de doorgangen. Doorgangen in de ruimte, van in- en uitgangen, maar ook in de tijd, van de overgang van oud naar nieuw. Zo werd Janus de beschermgod van alle openingen en sluitingen, in- en uitgangen, deuren en poorten. Op die manier werd hij ook op Romeinse munten afgebeeld: met twee gezichten, die ieder een andere kant opkijken. Eén gericht op de toekomst en de ander op het verleden.

In deze tijd van het jaar, rond de jaarwisseling, hebben we allemaal wel iets van die oude Romeinse Poortwachter. We blikken terug en kijken vooruit. Met nieuwsuitzendingen waarin de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar nog eens aan je voorbij vliegen. Overzichten van de populairste liedjes, samenvattingen van het (sport)nieuws en wat dies meer zij. Wat alweer een beetje in je herinnering was weggezakt, wordt zo weer opgefrist. We doen het collectief, maar ook individueel. Meer of minder bewust staan we ook persoonlijk stil bij de vraag: wat heeft 2018 mij nu eigenlijk gebracht? Wat hoopte en dacht ik dat dat jaar voor mij in petto zou hebben? En wat is daarvan geworden? Op welke bijzondere, vrolijke, gezellige of ontroerende momenten kijk ik terug? En ook: op welke minder leuke, verdrietige of pijnlijke momenten? Hoe is 2018 voor mij verlopen en hoe betreed ik dan nu dat nieuwe jaar: 2019?

Ook de bijbel kent meerdere stemmen op dit gebied. Aan de ene kant klinkt daar, bijvoorbeeld, de bedaarde stem van ‘Prediker’. De man moet al heel wat van het leven hebben gezien toen hij dit schreef en geweten hebben dat veel zich in een cirkelgang voltrekt. ‘Generaties komen en generaties gaan, de zon komt op en gaat weer onder’ (Pred. 1). Aan de andere kant is er het hoopvolle, profetische geluid van Jesaja ‘Zie ik ga iets nieuws verrichten. Nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?’ (Jes. 43:19) en het troostrijke visioen uit Openbaring van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarin al onze tranen zijn uitgewist (Openb. 21:1-4).

Die oude Romeinse Poortwachter en deze bijbelse stemmen: ze kunnen ons, denk ik, helpen om het verleden te evalueren. Om herinneringen te koesteren, maar ook vooruit te kijken. In het juiste evenwicht. En om daarbij de hoop niet te verliezen: zowel in ons persoonlijk leven als in die over-complexe, verwarde wereld van vandaag. Hardnekkige hoop op een waarachtig nieuw begin. Of, zoals Huub Oosterhuis het eens verwoordde:

Licht, kind in mij kijk uit mijn ogen

of ergens al de wereld daagt,

waar mensen vredig leven mogen

en elk haar naam in vrede draagt.

Gerelateerd