10 september 2018

Eeuwige beginners

Geschreven door Antje van der Hoek

Oud en nieuw: veel bijbelse teksten gaan erover. Je kunt in de bijbel de bedaarde stem van Prediker beluisteren. De stem van een man die al heel wat van het leven heeft gezien en weet dat veel zich in een cirkelgang voltrekt: ‘generaties komen en generaties gaan’, ‘de zon komt op en gaat weer onder’ … En die van Jeremia, die, in één van zijn onheilsprofetieën, maar weinig verwacht van het vermogen tot positieve verandering bij zijn tijdgenoten. ‘Kan een panter z’n vlekken veranderen?’, vraagt hij zich retorisch af. Kan een mens, met andere woorden, z’n kwade gewoonten, z’n hebbelijkheden en neigingen wel veranderen? Kan hij of zij wel vernieuwen? Vermoedelijk mijmeren we daar allemaal wel eens over, zonder een definitief antwoord te vinden. Tegelijkertijd zijn er bijbelse stemmen, die ons juist oproepen tot vernieuwing. Zoals, bijvoorbeeld, de Efezenbrief met z’n appèl afscheid te nemen van je ‘oude mens’ en je met je ‘nieuwe mens’ te bekleden. En ook bij Jesaja is er die hoopvolle, profetische stem: ‘Zie, ik ga iets nieuws verrichten. Nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?’

Ik combineer deze bijbelse stemmen nu met een uitspraak van Franz Rosenzweig (1886-1929). Deze joodse denker heeft eens over christenen gezegd dat zij ‘eeuwige beginners’ zijn. Het zit immers in al onze grote feesten: Kerst, Pasen, Pinksteren. We vieren ze ieder jaar weer. In een steeds terugkerende cyclus, gekoppeld aan de gang der seizoenen. Zoals Predikers’ zon die opkomt en weer ondergaat. Maar tegelijkertijd wijst dátgene wát we, in die cyclus, vieren steeds lineair vooruit naar een níeuwe toekomst, naar níeuw leven, níeuw licht, níeuwe inspiratie. Zo is ook de christelijke zondag door Rosenzweig ‘het feest van het nieuwe begin’ is genoemd. Eveneens een dag die zich wekelijks herhaalt, maar tegelijkertijd als eerste dag van de week naar Jezus’ opstanding verwijst.

Kan een mens wel vernieuwen? En, kan een eeuwenoude organisatie als de kerk zich wel aanpassen aan de snel veranderde context van vandaag? Het zijn grote, complexe vragen. Ze staan centraal in ons Haagse jaarthema: ‘Veranderen en vernieuwen’. Juist ook in het jaar dat we landelijk ons vierhonderdjarig bestaan vieren, willen we ons buigen over vertaalslagen van ons erfgoed naar de actualiteit van vandaag. Rosenzweigs’ woorden hebben daarbij iets troostends. Bij al die ingewikkelde vragen hoeven we niet steeds alles uit onszelf te putten. Er wordt ons ook iets aangereikt. Vanuit die bedding van zich steeds herhalende, maar ook vóóruitwijzende feesten en rituelen óntvangen we een nieuw begin. Telkens opnieuw.

Gerelateerd