Dragen en gedragen worden
Geschreven door Antje van der Hoek
Een paar jaar geleden was ik met ons gezin in Zuid-Limburg. Op zeker moment kwamen we een bijzonder museumpje tegen. Het bleek een soort rariteitenkabinet te zijn van herinneringen aan het rijke roomse verleden: rozenkransen, wijwaterbakjes, heiligenbeelden, bidprentjes en kruisen en dergelijke. Niet direct uniek, maar veelal uit zolders en schuurtjes bijeengescharreld. Alles onder het motto: ‘Red Jezus van de afvalhoop!’. In het woud van beelden was er één die mij in het bijzonder is bijgebleven. Het betrof een heilige, voor wie ik altijd al een zekere voorliefde had: Christophorus, de reus die het Christuskind over het water draagt. Christophorus oftewel ‘Çhristusdrager’: hij was de patroon van onder meer lastdragers, veerlieden en reizigers en één van de zogeheten ‘noodhelpers’, die je kon beschermen tegen een plotselinge dood. Maar, als hedendaagse museumbezoeker denk je allang niet meer aan de bescherming tegen een onverwachte dood, maar waan je je terug in de tijd van kapelaan Odekerke, hoofdrolspeler uit ‘Dagboek van een herdershond’, de succesvolle KRO-serie uit het einde van de jaren zeventig.
En toch, Christophorus is niet enkel die heilige uit vroeger tijden. Zijn verhaal raakt aan een universeel thema met blijvende actualiteit. Hij staat voor de zinzoeker, de mens op zoek naar zijn of haar bestemming. De legende wil immers dat hij op zoek gaat naar de hoogste macht, om daaraan zijn leven te wijden. Zijn pad verloopt grillig: via het hoogste echelon van de wereldlijke macht – de koning – en de duivel naar de spirituele macht van de kluizenaar. Die laatste brengt hem op de gedachte een levende veerboot te worden. Waardoor Christophorus op zeker moment een kind moet dragen, dat zich, aan de overkant gekomen, als ‘Christus’ onthult. ‘Mij heb je al die tijd gedragen’ zegt het tegen hem. Daarom was ’t ook zo zwaar: ‘Je droeg niet alleen de hele wereld op je rug, maar ook de Schepper daarvan. Ik ben diegene die je als Heer hebt gekozen’. Hiermee heeft Christophorus zijn levensvervulling gevonden.
De legende van Christophorus kan je bepalen bij een centraal thema van de christelijke spiritualiteit: dat van dragen en gedragen worden. We staan er niet altijd bij stil, maar ons leven begint en eindigt ermee: met gedragen worden. Al wanen we ons vandaag de dag nog zo autonoom, voor onze geboorte werden we negen maanden door onze moeder gedragen en als wij gestorven zijn, zullen het àndere handen zijn die ons naar onze laatste rustplaats geleiden. Maar, niet alleen bij grenssituaties, telkens opnieuw zijn er kansen om niet zo maar aan elkaar voorbij te gaan, maar elkaar te ‘dragen’. Zo, zegt de legende, kun je de ‘overkant’ bereiken, dat wil zeggen vervulling, voldoening, ja zelfs geluk vinden. En iets van Christus in je meedragen.
Antje van der Hoek