4 augustus 2021

Gastvrijheid

Geschreven door Reinhold Philipp

Ik wil zo graag dromen van een gastvrije kerk. Wie droomt met mij mee?

Binnen de remonstrantse kringen staat onze gemeente bekend als een grote gemeente. Dat is relatief. Met de 300 leden en vrienden die we nu ongeveer hebben, waren we 20 jaar geleden, toen ik als predikant in deze gemeente begon, een kleine gemeente geweest. Onze gemeente telde toen meer dan 900 leden en vrienden. Als steeds kleiner wordende gemeente staan we voor de vraag: hoe willen we verder? Wat is onze toekomst?

In 2003 was ons jaarthema ‘Gastvrijheid’, omdat we ons toen al realiseerden dat we het zonder het verwelkomen van nieuwe mensen op ten duur niet zouden redden. Ik lees graag in de krant de lezersbrieven over etiquette en vaak speelt daarin de juiste omgang met gasten een rol: wie moet zich aanpassen aan wie? Wat betekent het voor ons als we nieuwe mensen gastvrij willen ontvangen? Zijn ze welkom zolang ze zich aanpassen aan onze ‘huisregels’? Of passen de gastvrouwen en gastheren zich aan de gasten en hun wensen en ideeën aan? Volgens mij moet er een soort wisselwerking ontstaan en kunnen beide groepen van elkaar leren. Het vasthouden aan ‘zo hebben wij het altijd gedaan’ leidt tot verstarring en verstening, tot kerken en gebouwen waaruit het leven dreigt te verdwijnen.

Marc Chagall heeft verscheidene malen het verhaal uit het bijbelboek Genesis afgebeeld waarin God in de gestalte van drie boodschappers te gast is bij Abra­ham en Sara (Genesis 18:1-15). Abraham zit in de ope­ning van zijn tent en ziet drie vreemdelingen komen. Hij en Sara beijveren zich om hen gastvrij te onthalen. Deze vreemdelingen hebben een vreemde boodschap: Sara zal ondanks haar hoge leeftijd, tegen alle verwachting in, alsnog een kind krijgen. De actualiteit van dit verhaal zit voor mij in de houding van gastvrijheid ook tegenover volstrekt onbekenden en in de openheid voor de vreemd en ongeloofwaardig klinkende boodschap.

Wie niet open de wereld inkijkt, ziet de vreemdelingen niet komen. Als je de vreemdelingen wel ziet en ook gastvrij onthaalt, blijkt dat zij soms met vreemde boodschappen komen. Maar uiteindelijk bieden juist die vreemdelingen daardoor misschien een per­spectief dat we zelf niet meer zien.

Gastvrijheid betekent dat de gemeenschap zich openstelt voor de ontmoetingen die de kern van het kerkelijk gemeenschap-zijn vormen: de ontmoeting met God, de ontmoeting met elkaar en de ontmoeting met de samen­leving. Die ontmoetingen kun je niet afdwingen. Wel kunnen we daarvoor voorwaarden scheppen. Wij zijn in de kerk niet primair gastvrouw of gastheer, maar vóór alles gasten, van God en Jezus Christus. Hij nodigt ons aan tafel. ‘Wij komen als geroepen’ zingen we soms in de kerkdienst met de woorden van Sytze de Vries.

Sommigen die ooit gasten waren, zijn na een tijd weer vertrokken. Anderen zijn gebleven en horen nu zelf tot de gastvrouwen en gastheren die nu zelf weer open moeten staan voor nieuwe gasten. In mijn droom is onze kerkelijke gemeente een plaats waar een bezoeker op adem kan komen, waar hij/zij zomaar kan aanschuiven aan een tafel voor een goed gesprek, waar datgene wat hem/haar bezighoudt in alle vrijheid gezegd kan worden. Mijn droom is een gastvrije gemeente die onderdak biedt aan mensen van allerlei pluimage. Iedereen is er (voelbaar) welkom.

Uiteraard hoop ik dat het niet bij een droom blijft.

Ds. Reinhold Philipp

Gerelateerd