Het wonder van ons bestaan – zie je het ook?
Geschreven door André MeiresonneWe leven midden in het wonder van ons bestaan. Wat een rijkdom. Maar het is niet makkelijk dat steeds te beseffen. Soms moet je tot stilstand komen om dat wonder weer te kunnen ervaren. Door rust en ruimte in jezelf op te zoeken. En soms overkomt het je gewoon.
Afgelopen kerstvakantie was ik ziek. Een stevige griep. Stukje bij beetje las ik in het laatste boek van Joost Zwagerman, De stilte van het licht. Korte essays, columns eigenlijk, over kunstwerken die hem boeiden en troost brachten. Helaas niet genoeg, want de dag voor het boek verscheen pleegde hij zelfmoord.
Maar ik ben Joost Zwagerman dankbaar. Want met mijn grieperige lijf las ik zijn bespiegelingen. Ik ergerde zich aan allerlei feitelijke onjuistheden, hij kon werkelijk fabuleren. Maar ik liet me meevoeren door zijn observaties en associaties.
En het wonder geschiedde: ik begon weer te zien. Ineens zag een oranje vaas op een houten krukje staan. Een turquoise kussen op een grijsbruine bank liggen. Ik kon de schoonheid die er elke dag is weer zien.
Ik moest denken aan De Rode Kruiwagen, van William Carlos Williams: ‘Er hangt zoveel af | van | een rode krui- | wagen | glanzend van regen- | water | naast de witte | kippen.’ Het is maar een zin. Er spreekt zo’n aanwezigheid uit. En ook nabijheid. Nabijheid van iets onbenoembaars.
Zoals elk blijvend gedicht is het niet uit te leggen. Dat werkt niet. Je kunt je er door laten raken. En dan kan het je in een ruimte brengen. Waar rust is, en leegte. Daar kun je iets ervaren wat je Gods geest kunt noemen.
Bijvoorbeeld zoals Martinus Nijhoff dichtte in Het uur U: ‘De stilte die dan ontstaat | is een stilte, niet slechts naar de vorm | een stilte voor de storm, | maar een stilte van het soort | waar dingen in worden gehoord | die nog nimmer het oor vernam.’
We leven midden in een wonder. Het wonder van ons bestaan. En het is zo lastig om ons daarvan bewust te zijn. Laat staan dat het makkelijk is om er dagelijks dankbaar voor te zijn. Hebben we het wel in de gaten? Maken we er wel tijd voor?
Gek genoeg is het soms nodig dat we gevloerd raken om het weer te kunnen voelen. Even niets meer kunnen. Omdat het leven tegenzit. Ziekte, ontslag, scheiding. Het overlijden van een dierbare. Verlies kan je terugwerpen op jezelf.
En daar, op de bodem van je bestaan, kun je weer gaan voelen wat het leven de moeite waard maakt. Omdat je tot stilstand bent gekomen. Zoals Etty Hillesum schreef: ’Binnen in me zit een heel diepe put. En daarin zit God.’
Het wonderlijkste van het leven is misschien wel dat we juist in de diepste ellende het allermooiste kunnen meemaken. Het lijkt of daar, in die tragiek, iets opengaat en het leven ten volle voelbaar wordt.
Soms als we niets meer kunnen, en ook niets meer willen, of te willen hebben. In die overgave kan het wonder gebeuren. Ontdaan van alle weerstand kunnen we open gaan – voor de liefde die overal om ons en in ons is.