Bijbelcursus 2
De troost van Job
O.l.v. ds. Reinhold Philipp
Het boek Job is mogelijk het oudste boek in de Bijbel. Het speelt in de tijd van de aartsvaders en het gaat over een man met de naam Job, die alles verliest, zijn rijkdom, zijn familie en zijn gezondheid. Vervolgens worstelt hij met de vraag: Waarom? Waarom luistert God niet naar mij? Waarom doet Hij niets?
Het lijden blijft vragen oproepen. Het klopt in onze beleving niet. ‘Als God én machtig én liefdevol is,’ zeggen velen, ‘hoe bestaat het dan dat er zoveel pijn en verdriet in de wereld is?’ In de verbijstering zijn mensen altijd weer geneigd op zoek te gaan naar de zin van wat hen overkomt, naar een ‘waarom’ of een ‘waartoe’, een reden of een bedoeling. Het nameloze leed dat de gelovige Job treft, is enerzijds te erg voor woorden. Anderzijds laat het zich niet stilzwijgend aanvaarden. Hoe kan het bestaan, dat een rechtvaardige zó ongenadig geslagen wordt, dat hij alles verliest. Noch Job noch zijn vrienden willen God kwijt. De vraag is dan hoe je God vasthoudt. De vrienden van Job zoeken naar wegen om hem te helpen om greep te krijgen op de zin van zijn lijden en hem (opnieuw) houvast te geven aan God. Job blijft hun verklaringen hardnekkig van de hand wijzen en weigert zich erdoor te laten troosten.
Het boek Job laat zien dat het toppunt van geloven niet is dat je zonder slag of stoot alles aanvaardt en je zondermeer bij het ongerijmde neerlegt. Het is andersom. Juist wie God hoog heeft, gaat ook het gevecht met Hem/Haar aan.
Welke troost vinden we al dan niet in het lijden van deze Bijbelfiguur en de reactie van zijn vrienden en uiteindelijk van God?
Donderdagen 14.00 uur,
in de tuinzaal
Deelname vrij
21 september*
19 oktober
16 november
18 januari
15 februari
21 maart
18 april
16 mei
*Donderdag 21 september ronden we met de hoofdstukken 14 t/m 18 de bespreking af, van het boek ‘Geef mij die dwaze meisjes maar‘.
Job op de mesthoop;
Gonzalo Carrasco, 1881