2 februari 2025

Mijn God houdt van kunst

Geschreven door Antje van der Hoek


Afbeelding: De groene kathedraal van Anneke Ingelse

Enkele weken geleden bezochten Jacques Zwaan (coördinator kunst) en ik het atelier van Anneke Ingelse in Gouda. We liepen vanaf het station richting de St Jan en vonden daarachter na een korte zoektocht Anneke en haar atelier. Gevestigd in het oudste straatje van Gouda. Vanaf half februari zullen haar schilderijen in onze kerkzaal hangen. In die pittoreske sfeer raakten we in gesprek over Anneke’s loopbaan en inspiratiebronnen. Met het oog op de dienst van 16 februari waarin werk van haar centraal staat, vroegen we ons ook af welke link er met Bijbelse, c.q. religieuze thema’s te leggen zou zijn. Pratenderwijs kwamen wij op een gedeelte uit Exodus (Ex. 31), waar ik vermoedelijk anders over heen gelezen zou hebben.

Mobiel heiligdom als teken van Gods aanwezigheid

Het gaat er om de bouw van het heiligdom. Van de ontmoetingstent met daarin de ark, de kist met leefregels: de Tien Geboden. Zo zou uiteindelijk een mobiel heiligdom ontstaan. Gemaakt om met de Israëlieten mee te reizen. Eén bijzondere tent temidden van al die alledaagse tenten. Die symbool stond voor Gods’aanwezigheid. Die hen bepaalde bij de waarden die ze in hun onderlinge omgang moesten koesteren. Voor de bouw van dit ‘reisaltaar’ werden dan ook kosten noch moeite gespaard. ‘God houdt van kunst’ merkte Anneke hierover kernachtig op. Hij hecht aan schoonheid. Niet enkel van architectuur, maar ook van muziek, schilderkunst en literatuur.

Houd God van kunst?

‘God houdt van kunst’: velen onder u zullen dat vermoedelijk beamen. Maar vanzelfsprekend is dat niet. Denk alleen maar aan de Beeldenstorm, ruim 450 jaar geleden. Waarbij de spanningen tussen rooms-katholieken en protestanten hoog opliepen. Beelden kapotgeslagen werden. De beeldenstormers van destijds beriepen zich ook op een passage uit Exodus. Op het gebod ‘Maak geen godenbeelden’ en ‘Kniel niet voor zulke godenbeelden neer’ (Ex. 20:4,5). Daarnaast vond men ook steun in de Heidelbergse Catechismus waarin het beeldverbod nog wat breder werd getrokken. Afbeeldingen mochten in de kerk niet worden gebruikt. Want God wil zijn volk niet onderwijzen ‘door stomme afbeeldingen, maar door levendige verkondiging van zijn Woord’. Eeuwenlang stonden protestantse kerken daarom bekend om hun witgekalkte muren. En ook van de kant van hedendaagse kunstenaars is het verband met God, Bijbel en geloof al lange tijd onvanzelfsprekend. Niet zo vreemd natuurlijk in een land dat zo sterk geseculariseerd is. Geen vanzelfsprekende combinatie dus: die van geloof en kunst. Al is daarin onder protestanten inmiddels sinds geruime tijd veel veranderd. En voor remonstranten is het bijna een ‘geloofsartikel’: die betrokkenheid op kunst en cultuur. Een remonstrantse preek bevat toch minstens één gedicht, wordt vaak spottend gezegd!

Ja, mijn God houdt van kunst!

Mijn God houdt van kunst’ zou je wat pedant kunnen zeggen. In de stijl van de remonstrantse reclamecampagne van een aantal jaren terug. Met die billboards op treinstations. U herinnert zich dat vermoedelijk nog wel? Zeker, (mijn) God houdt van kunst, maar toch ging het bij de bouw van de ontmoetingstent niet enkel gaat om l’art pur l’ art. Kunst omwille van de kunst alleen, zoals we die in modernere kunstopvattingen tegenkomen. Het ging er om kunst in dienst staat van iets Anders: van wat Heilig is. In het hart van de ontmoetingstent bevond zich immers de leidraad voor het goede leven. Bepalingen die niet waren bedoeld om te knechten, maar, wat paradoxaal, juist om te bevrijden. Om het goede leven, het juiste samen-leven mogelijk te maken. Zo bepaalt het Exodusverhaal ons bij de vraag wat voor jouzelf ‘heilig’ is. Bij de geestelijke waarden in je eigen ‘ reisaltaar’. Als proviand voor je levensweg…

Gerelateerd